Twee jonge dieven worden betrapt en geneukt door een zwarte bewaker

In een schaars verlichte winkel proberen twee jonge dieven, hun ogen glimmen van kattenkwaad, wat koopwaar op te tillen. Zonder dat ze het weten zit een zwarte beveiliger op hun snode daden. Met een strenge blik confronteert hij de kleine dieven, zijn blik zwaar van afkeuring. Echter, terwijl hij spreekt wordt zijn toon zachter en kruipt er een zweem van verlangen in zijn woorden. Hij onthult een duister geheim, eentje dat de tienerdieven bedwelmd laat. Met een openbaring die hun wereld doet schudden, merken ze dat ze niet in staat zijn om alle indrukwekkende bewakers te weerstaan. Het tafereel ontvouwt zich hartstochtelijk, de grote bewakers ontmoeten de grote zwarte lichamen die de intensiteit van de ontmoeting van de twee diefstallen, de intensiteit en de onweerstaanbare kracht van het verlangen van alle verboden lichamen. De intimidatie laat hen de kracht van de machteloosheid en de kracht van alle verboden handelingen.