Ik kan het zoete poesje van mijn buren en haar onverzadigbare verlangen niet weerstaan

In de stuiptrekkingen van een verzengende zomerdag, bevond ik me bij mijn buren thuis, een bloedmooie Afrikaanse bom met een onweerstaanbare allure. Onze vriendschap was altijd flirterig geweest, maar deze keer ontstak de hitte een andere vonk. Terwijl we op de bank plaatsnamen, pruttelde de spanning, spraken onze lichamen boekdelen. Ze was schoonmoeder, maar haar verlangen was allesbehalve moederlijk. Haar man was weg, ons alleen latend met onze oerdrang. Haar weelderige lippen gingen uit elkaar, waardoor haar lange tong zichtbaar werd, die me graag wilde proeven. De aanblik van haar, een zwarte godin, deed me rillen zakken. Ik kon haar niet weerstaan, en ze verzette zich niet tegen ons. Onze adem stokte, onze lichamen raakten elkaar, onze ademhaling raakte elkaar, onze gepassioneerde ademhaling raakte, onze genotstoestanden raakten, onze geilheid vulde zich met een rauwe blik, onze geschoren werden gevuld en onze verlangens werden vervuld. Dit was een teken van onbevredigd verlangen, onze gefilterde ontmoeting.