Stiefbroers en -zussen delen een banaan in een openbaar park

Bereid je voor op een verleidelijke traktatie als twee jonge stiefbroers besluiten hun parkuitje op te fleuren. Met een zak met lekkers in hun kielzog kunnen ze de aantrekkingskracht van een rijpe banaan niet weerstaan. Maar terwijl ze voor de vrucht gaan, vinden hun handen elkaar in het midden, de banaan wordt een symbool van hun groeiende verlangen. Niet langer in staat om weerstand te bieden, werpen ze hun kleren af en geven toe aan hun oerdrang. De oudere broer neemt het voortouw, zijn lippen verkennen zijn jongere metgezellen lichaam, ontsteken een vurige passie. Hun gekreun galmt door het lege park, een bewijs van hun onblusbare dorst naar elkaar. Terwijl ze zich verdiepen in hun vleselijke verlangens, smelten hun verlangensmelten weg, niets, latend hun genot achter, hun genot delen ze niet. Hun genot wordt een onverzadigd hulpmiddel, hun geilheid wordt een intens bezoek aan hun verlangens, hun verlangen naar een intens verlangen naar elkaar. Dit is een reis naar een intense passie, een bezoek aan elkaar.